Hand en pols
De ziekte van Dupuytren
Klachten
Onder de huid van de handpalm ligt een peesblad met uitlopers naar de vingers toe. Bij de ziekte van Dupuytren vermeerderen de cellen in dit peesblad zich en raken overactief waardoor ze meer en stugger bindweefsel maken. Hierdoor ontstaan eerst knobbels in de hand, die zich in uitzonderlijke gevallen geleidelijk vormen tot strengen.
Deze strengen kunnen inkorten waardoor de vingers krom komen te staan en niet meer recht kunnen. Dit komt met name in de pink en ringvinger voor. De aandoening is vaak erfelijk en komt meer bij mannen voor.
Meestal is de aandoening niet pijnlijk. De klachten kunnen uitzonderlijk ook in de voeten (Ziekte van Ledderhose) en penis (Ziekte van le Peyronie) voorkomen. Soms zijn er zwellingen over de knokkels. Indien de beperking te groot wordt kan gekozen worden voor behandeling.
Diagnose
De diagnose wordt zo op de raadpleging gesteld. Er is geen nood aan radiografie of echografie.
Voorbeeld van minimale ziekte met knobbels en strengvorming zonder contractuur
Voorbeeld van strengvorming met minimale en gevorderde contractuur
Conservatieve behandeling
Indien er geen mechanische last is ten gevolge van de knobbels of strengen (geen strektekort van de vingers, de hand kan nog vlak op de tafel) wordt er een afwachtend beleid aangehouden. Interventie wordt overwogen wanneer de contracturen ernstiger worden en dagelijkse activiteiten beginnen te belemmeren. Er is geen bewezen effect van zalf, massage, kinesitherapie of het preventief dragen van een spalk. Radiotherapie heeft geen bewezen effect buiten het significant verhogen van het risico op zeldzame kanker in de hand.
Voorbeeld van de table-top test: als de hand nog vlak op de tafel kan is er geen belangrijke contractuur
Naaldaponeurotomie
Vaak is het mogelijk om met een naald het strektekort van de vinger op te lossen. Dit is voornamelijk mogelijk bij strengen die zich in de handpalm bevinden en fijn zijn. Bij heel brede strengen en bij sommige strengen ter hoogte van de vinger is dit niet mogelijk.
Deze ingreep gaat door onder lokale verdoving via het dagziekenhuis. De dokter zal een verdovend product inspuiten rond de streng, en deze met een naaldje doornemen. Vervolgens wordt de vinger terug gestrekt.
Het voordeel van deze ingreep is de snelle recuperatie ervan, er is weinig pijn en als er wondjes zijn zijn deze meestal zeer klein.
Het nadeel is dat het risico op recidief (het terug ontstaan van een strektekort) reëel is, met cijfers die variëren van 50% tot 85% binnen vijf jaar.
Ook zullen de knobbels in de hand niet weg zijn.
Voorbeelden van percutane naaldaponeurotomie (afbeelding van eatonhand.com)
Operatie
Soms is het niet mogelijk om uw vinger te corrigeren met een naald. Dan zal de dokter u een operatieve behandeling voorstellen. Deze bestaat uit het uitsnijden van het verdikte bindweefsel. Hiervoor is het nodig via een grotere snede de gehele verdikte streng te verwijderen. In enkele gevallen moeten gewrichten tijdelijk worden vastgezet of is het nodig een stukje huid van de onderarm naar de wonde te plaatsen om de spanning te verminderen op de wond te verminderen.
Het voordeel van de operatieve behandeling is dat de knobbels en strengen worden verwijderd, en dat er een lager (maar niet onbestaand) risico is dat de ziekte terugkomt. Het risico blijft significant, vaak tussen de 20% en 60% binnen vijf jaar. De variabiliteit in recidiefpercentages hangt af van factoren zoals de ernst van de ziekte, genetische predispositie, en de mate van contractuur voor de ingreep.
Het nadeel van de operatieve behandeling is dat er een belangrijke revalidatieperiode aan gekoppeld is, gaande van enkele weken tot enkele maanden. De eerste weken na de operatie is er ook vaak wondverzorging nodig.
Voorbeelden van mogelijke incisies voor de behandeling van de ziekte van dupuytren
Nazorg
Bij het uitvoeren van een naaldaponeurotomie is er meestal weinig nazorg nodig. Soms wordt een strekspalk voorgeschreven om het risico op recidief te verlagen.
Bij een operatie krijgt u meestal een gipsverband. De hand dient de eerste week na de operatie omhoog gehouden te worden, hoger dan het hart. Verder is het belangrijk de hand en vingers (ook in het verband) veel te bewegen.
Na de eerste controle afspraak wordt de gips verwijderd en is het belangrijk om meteen en veel te bewegen met de hand, dit kan zo bij u thuis of onder begeleiding van een kinesitherapeut. Meestal wordt er ook vanaf de eerste postoperatieve controle wondzorg voorgeschreven voor enkele weken. In de week na de operatie wordt een plastic spalk op maat voor u gemaakt bij de instrumentenmaker. Dit is een spalk die de vinger gestrekt houdt. Deze dient u 's nachts te dragen gedurende 3 maanden om het risico op recidief te verminderen.
Resultaat operatie:
In een ruime meerderheid is er een goed resultaat. De ziekte van Dupuytren is echter onvoorspelbaar in beloop en kan altijd terugkeren. De snelheid waarmee dit voor komt wisselt per persoon. Het risico op wondinfectie of huidgenezingsstoornissen is 5%. Bij operaties lopend tot in de vinger is er risico op letsel van de zenuwen en bloedvaten van de vinger. Dit omdat het bindweefsel hieromheen kan groeien. Het risico hierop is 3%. Dystrofie is bij elke operatie een klein doch vervelend risico.
Het litteken kan gedurende enige tijd hard aanvoelen en gevoelig zijn. Dit wordt opgelost met littekenmassages met een zalf op basis van silicone, soms wordt een zalf met cortisonen voorgeschreven.
Een voorbeeld van een typische spalk na de behandeling van de ziekte van dupuytren