Hand en pols
Peesletsel
Klachten
Bij letsel van de buigpezen verliest u het vermogen om actief de volledige vinger te plooien. Dit herstelt niet vanzelf en wordt best geopereerd.
Bij letsel van de strekpezen verliest u het vermogen om actief de vinger te strekken. Dit herstelt meestal niet vanzelf en wordt vaak best geopereerd. (Uitzonderingen hierop zijn malletvingers en de boutonniere afwijking)
Peesletsels ontstaan meestal door een scherpe verwonding. Ook kan letsel optreden zonder dat de huid kapot is. Grote krachten op de
vingers of chronische peesontsteking kunnen ook voor peesletsels zorgen. Vaak gaat buigpeesletsel gepaard met verwonding van de bloedvaten en/of zenuwen van de vingers.
Diagnose
Er is een onvermogen de vinger (volledig) te plooien of strekken. Het maken van een gesloten vuist of de hand volledig openen lukt hierdoor niet goed. Het gebrek aan functie is afhankelijk van de locatie van de verwonding en welke pezen van de vinger zijn beschadigd.
De precieze behandeling, nabehandeling en resultaten zijn afhankelijk van de plaats waar de pees kapot is. Met name
letsel in zone 2 is technisch moeilijker en ontvankelijker voor complicaties
Conservatieve behandeling
Er is slechts zelden een indicatie voor een niet-operatieve behandeling van een peesletsel. Een uitzondering hierop zijn de strekpeesletsels die optreden door de vinger te stoten, namelijk
- Mallet vinger
Een mallet vinger treedt op wanneer de strekpees ter hoogte van het eindkootje scheurt door een impact, bijvoorbeeld door een bal of door ergens tegen te stoten. Dit wordt conservatief behandeld door het dragen van een strekspalkje, dag en nacht, gedurende 6-8 weken. Vaak is een RX aangewezen om een breuk uit te sluiten.
Voorbeeld van een typische spalk voor de behandeling van een malletvinger.
- Boutonniere
Een boutonniere deformiteit treedt op wanneer de strekpees ter hoogte van het middenkootje scheurt door een impact, bijvoorbeeld door een bal of door ergens tegen te stoten. Dit wordt conservatief behandeld door het dragen van een strekspalkje, dag en nacht, gedurende 4 weken, en nadien een andere aangepaste spalk (Yoke splint). Dit letsel treedt typisch pas op enkele dagen na het initiele trauma.
Voorbeeld van een typische spalk voor de behandeling van een boutonniere.
Operatie
Zonder operatieve behandeling zal de pees niet kunnen helen. Er wordt in overleg met u bepaald of een operatie nodig is. Bij een operatie wordt op de locatie van de verwonding een incisie gemaakt. De buigpezen hebben de neiging om door de spanning terug te trekken en regelmatig moet in de handpalm een extra incisie gemaakt worden. De peesuiteinden worden aan elkaar vastgehecht en eventuele schade aan de peesschede of zenuwen en bloedvaten worden als mogelijk hersteld. Bij langer bestaande letsels moet de operatie in twee fases worden verricht. De precieze behandeling hangt af van de locatie van het peesletsel. Het streven is de normale anatomie te herstellen waar mogelijk.
Voorbeelden van mogelijke incisies voor de behandeling van buigpeesletsels
Nazorg
U krijgt direct na de operatie een gipsverband. De hand dient de eerste week na de operatie omhoog gehouden te worden, hoger dan het hart. Verder is het belangrijk de hand en vingers (ook in het verband) te bewegen binnen de limieten die de dokter u heeft aangegeven.
In de week na de operatie wordt een plastic spalk op maat voor u gemaakt bij de instrumentenmaker. Dit is een spalk die de vinger geplooid houdt maar u toestaat actief te strekken in de vinger. Gelijk in de eerste week start u met dagelijkse kinesitherapie bij een handkinesitherapeut. Het is van zeer groot belang dat u van zodra mogelijk met de kinesitherapie start en zeer strikt de revalidatie volgt. Het succes van een peesherstel is in grote mate afhankelijk van de revalidatie na de operatie.
Over de periode van 6 weken wordt het gebruik van de spalk afgebouwd en de activiteit van de aangedane vinger verhoogd. De hechtingen worden binnen 10-14 dagen verwijderd.
Resultaat operatie:
In 85-90% is er een goed resultaat.
Het is belangrijk de instructies van de handkinesist goed op te volgen. Enerzijds is beweging belangrijk om de pezen niet te laten verlittekenen in de peesschede of aan elkaar (5% risico). Anderzijds bestaat er bij te agressieve mobilisatie het risico op uitscheuren van de hechtingen van de pees (5% risico). Verder is er de mogelijkheid dat de pees te lang (verminderde kracht) of te kort (minder strekking) hersteld. Het risico op wondinfectie is 1%. Dystrofie is bij elke operatie een klein doch vervelend risico.
Een voorbeeld van een typische spalk na buigpeesherstel. In functie van het type peesletsel kan deze spalk er anders uit zien.